AFNAMEMOMENT SPIEGELS:

Continu infuus (voorkeursmethode): 24 uur na start infuus.
Vervolgspiegels in overleg ziekenhuisapotheek*

 Intermitterend infuus

Als continu infuus niet mogelijk is; overleg met de dienstdoende ziekenhuisapotheker.

Handvat bij intermitterend doseren:

Topspiegel afnemen direct bij start behandeling: 1 uur na het inlopen van het eerste infuus
Tweede spiegel afnemen binnen het volgende tijdsinterval: 

“vanaf halverwege het doseerinterval (tussen 1e en 2e gift) tot kort voor toediening volgende gift” 
 

Vervolgbeleid voor derde gift en daarna in overleg met de ziekenhuisapotheker op basis van de spiegels. De tweede gift kan al wel toegediend worden als dit advies nog niet beschikbaar is.
NB. In verband met het belang van het exacte tijdstip van bloedafname, dient de spiegel door de arts of verpleegkundige te worden afgenomen en niet in de prikronde van het laboratorium te worden mee genomen.

Intermitterende hemodialyse: 
dalspiegel vlak voor volgende dialysesessie
Evt. topspiegel 1 uur na het inlopen van het infuus (mits niet tijdens dialyse of binnen 2 uur na vorige sessie) in overleg met ziekenhuisapotheek

STREEFSPIEGEL:

Continu infuus: 17-25mg/L (komt overeen met AUC 0-24   400-600 mg.h/L) 
Intermitterend infuus: AUC als bij continu infuus, gemeten of berekende dalspiegel 10-15mg/L; 
de topspiegel wordt met name gebruikt voor berekening van het dosisadvies 

Intermitterende hemodialyse: dalspiegel 10-20mg/L

 

*Kanttekeningen
Bij goede stabiele nierfunctie en het gebruik van de juiste oplaaddosering, is er na 24 uur continu infuus sprake veelal sprake van een steady-state. Die omstandigheden zijn in de praktijk vaak anders en een vervolgspiegel op korte termijn kan nodig zijn.